Steven Arisz: ’Inclusie gaat over iedereen en het is van belang iedereen te betrekken.’
Wie zijn de leden van de Adviescommissie Divers en Inclusief Hoger Onderwijs en Onderzoek en waar houden zij zich mee bezig? Graag stellen wij dit keer Steven Arisz aan je voor. Steven Arisz is wetenschappelijk onderzoeker bij het departement Scheikunde van de Universiteit Utrecht. Eerder werkte hij aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij Biologie studeerde en promotieonderzoek deed.
Toegankelijkheid en inclusie
Steven: ‘Ik ben zelf opgegroeid met een chronische ziekte en fysieke beperking, waardoor ik uit eigen ervaring weet hoe het voelt om niet volledig mee te kunnen doen. Er wordt vaak onvoldoende rekening gehouden met een beperking. Ook heb ik ervaren hoe gemakkelijk aannames worden gemaakt, zónder na te gaan of die wel kloppen. Mijn individuele strijd voor meer toegankelijkheid en inclusie is gaandeweg verbreed naar commissies en werkgroepen. Als lid van de Adviescommissie Divers en Inclusief Hoger Onderwijs werk ik nu mee aan adviezen voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het hoger onderwijs- en onderzoeksveld.’
Onderbelichte onderwerpen
‘Binnen de Adviescommissie Divers en Inclusief Hoger Onderwijs en Onderzoek richt ik me vooral op het thema ‘beperking’. Het gaat om studenten en medewerkers in het hoger onderwijs en onderzoek met een handicap, chronische ziekte, neurodivergentie en andere condities die soms om extra voorzieningen vragen. Daarnaast ben ik actief op het gebied van mantelzorg door studenten. Deze onderwerpen zijn onderbelicht in het Nationaal Actieplan en de bredere inclusiebeweging, terwijl er juist alle reden is om ze centraal te stellen.'
Onzichtbare aannames
‘In de manier waarop onderwijsinstellingen zijn georganiseerd zitten onzichtbare aannames over het lichaam en het leven van studenten en medewerkers. Wanneer iemand niet aan deze normen voldoet – en dat geldt niet alleen voor mensen met beperkingen – dan stuit die persoon vaak op ontoegankelijkheden en negatieve vooroordelen. Dit heeft verstrekkende gevolgen: studenten voelen zich niet thuis bij colleges en op de campus, kunnen niet volledig meedoen en haken soms af.’
Nog veel winst te behalen
‘Volgens het VN-verdrag Handicap, waaraan hoger onderwijsinstellingen zich hebben verbonden, ligt de verantwoordelijkheid bij de instellingen zelf om proactief ontoegankelijkheden te voorkomen en passende voorzieningen te bieden. Dit vereist zowel investeringen als een andere manier van denken over beperkingen. Hier is nog veel winst te behalen.
Toegankelijkheid, in combinatie met een discriminatievrije en sociaal veilige omgeving, vormt de basis voor inclusie. Het realiseren daarvan is complex en vraagt om gerichte, doorlopende programma’s voor organisatievernieuwing en monitoring van uitkomsten. Nu komen initiatieven vaak van kleine groepen betrokken functionarissen en studenten. Het moet echter een gecoördineerd instellingsbreed proces zijn, gedragen door de hoogste bestuursniveaus.’
Iedereen betrekken
‘Het resultaat is van onschatbare waarde: onderwijsinstellingen waar studenten en medewerkers zich betrokken, veilig en gewaardeerd voelen, gerespecteerd worden voor wie ze zijn, met gelijke kansen, eerlijke beloning, een gezonde en open werkcultuur en vertrouwen in het bestuur. Inclusie gaat over iedereen en het is van belang iedereen erbij betrekken. Daar lever ik vanuit de Adviescommissie, in samenwerking met onze partnerorganisaties, graag een bijdrage aan.’
